voorpagina
voorpagina
zoeken
voorpagina

Van rijkdom naar rijk en dom.

Miniatuurobjecten uit buxushout gesneden, voedselstillevens uit de zeventiende eeuw, portretkunst uit Vlaanderen en miniaturen uit de Zuidelijke Nederlanden. Daar kun je een mooie cursus van maken.

In het najaar en de winter van 2017 zijn er door heel het land een opmerkelijk aantal tentoonstellingen over kunst uit de periode 1400 tot 1700. Het gaat om miniatuurobjecten uit buxushout gesneden, voedselstillevens uit de zeventiende eeuw, portretkunst uit Vlaanderen en miniaturen uit de Zuidelijke Nederlanden. Dan zijn er nog drie exposities gewijd aan één specifieke kunstenaar en dat betreft Johan Maelwael (1370-1415), Emanuel de Witte (1615-1692) en Otto Marseus van Schrieck (1614/20-1678). In het algemeen kan gesteld worden dat de schilderkunst en het specifieke vakmanschap van de late middeleeuwen tot en met de Gouden Eeuw in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden het onderwerp zijn van zeven tentoonstellingen.

Bovenstaande onderwerpen gaan nauwkeurig bekeken en besproken worden in de context van hun tijd. Specifieke aandacht zal uitgaan naar de vraag wie de opdrachtgevers zijn en met welke reden zij dat zijn. Nu kun je al vast stellen dat het meer dan bemiddelde partijen betrof die kunstobjecten lieten vervaardigen door goed opgeleide vaklieden. Er waren duidelijke opvattingen over wat kunst was en waar kunst aan moest voldoen. Het belang van kunst stond niet ter discussie op een manier zoals dat nu gebeurt.

Het laatste deel van de cursus voert ons naar de huidige tijd. Spelen opdrachtgevers nog een rol? Wie bepaalt nu wat kunst is? Hoe wordt kunst nu gewaardeerd? Wat is nu het belang van kunst? Op al deze vragen komt een antwoord en wie een hint in de richting wil, herleest nog even aandachtig de titel van de cursus.

Ik doe mee

Vul het onderstaande formulier in om u aan te melden voor deze cursus.
Na ontvangst neemt Maria Driessen contact met u op.

Annuleren

Velden met een asterisk ( * ) zijn verplicht.